|
---|
6.2.1 Reizigers kunnen snel, betrouwbaar en veilig reizen en kunnen kiezen tussen vervoermiddelen.
Doel (2023-2027)
6.2.1 Reizigers kunnen snel, betrouwbaar en veilig reizen en kunnen kiezen tussen vervoermiddelen.
Doelrealisatie
Hoewel een aantal wegvakken richting de oeververbindingen naar de omliggende regio’s een stijging laten zien, zijn de snelheid en doorstroming op trajecten binnen Flevoland ruim binnen de norm. We blijven de ontwikkeling monitoren en agenderen indien nodig voorstellen voor mitigerende maatregelen. Wat betreft verkeersveiligheid is sprake van stijgende trend van aantallen gewonden in plaats van een dalende trend. Voor verkeersdoden is het lastig een trend waar te nemen vanwege het relatief lage aantal.
Resultaten 2024
- We hebben het Kredietoverzicht over de voortgang van de investeringen uit het programma 'Mobiliteit en Ruimte' als bijlage bij de programmabegroting voorgelegd aan PS.
- We hebben het bereikbaarheidsonderzoek naar de woningbouwambities (100.000+ woningen) in Flevoland afgerond. Om Flevoland in de toekomst bereikbaar te houden is naast de aanleg van noodzakelijke infrastructuur een forse inspanning nodig om meer banen en voorzieningen naar de provincie te krijgen. Dit samen met inzet op gedragsverandering om inwoners (collectief) in staat te stellen efficiënter en duurzamer mobiliteitsgedrag te vertonen.
- Op het BO-MIRT 2024 is met het Rijk afgesproken om in 2025 te starten met een MIRT-verkenning naar de verbreding van de A27 (Eemnes – Almere/Zeewolde).
- Om bereikbare woningbouw in Almere Pampus mogelijk te maken moet er een IJmeerverbinding worden gerealiseerd. Aangezien in het Mobiliteitsfonds beperkte middelen beschikbaar zijn, is op het BO-MIRT 2024 met het Rijk afgesproken te onderzoeken of er andere bekostigingsmogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van hoogstedelijk Almere Pampus, inclusief de IJmeerverbinding. Zodoende is afgesproken om in 2025 te starten met een P-verkenning en de ontwikkeling van een integrale businesscase.
- Om de uitvoering van de verbreding van de A6 (Lelystad – Almere-Oostvaarders) te versnellen, hebben we een bijdrage geleverd aan de stikstofberekeningen. Op het BO-MIRT is afgesproken dat het Rijk zich zal inspannen om de uitvoering van dit MIRT-project op een gepast moment en binnen afzienbare tijd te laten plaats vinden.
- Ter uitvoering van de afspraak in het BO MIRT van november 2022 is in opdracht van het programma 'Samen Bouwen aan bereikbaarheid' gewerkt aan onderzoek naar de multimodale bereikbaarheid van Lelystad Zuid (Zuiderhage) in relatie tot Lelystad Centrum en de (hoofd)netwerken (OV, weg en fiets). Dit onderzoek moet antwoord geven op de vraag welke mobiliteitsvoorzieningen noodzakelijk zijn voor grootschalige woningbouw in dit gebied. Een van de belangrijkste onderzoeksvragen is of een station Lelystad Zuid de beste oplossing is. De provincie heeft samen met de gemeente Lelystad de projectleiders geleverd voor aansturing van dit onderzoek. Door herhaaldelijke gebreken aan het gebruikte verkeersmodel heeft het onderzoek aanzienlijke vertraging opgelopen. De resultaten worden eerste helft 2025 verwacht.
- We hebben een ontwerpbesluit genomen over actualisatie van de wegcategorieën, welke de basis vormt voor de inrichting van wegen.
Risico('s) en beheersmaatregel(en)
Wij blijven maximaal aandringen bij het Rijk op het nakomen van de in 2024 gemaakte afspraken. Deze zijn noodzakelijk om de ontwikkeling van Flevoland mogelijk te maken. Beschikbare uitvoeringscapaciteit en stikstofruimte kunnen voortgang belemmeren, waarbij wordt ingezet om mogelijke belemmeringen in een zo vroeg mogelijk stadium te mitigeren en daarmee de ontwikkeling van de bereikbaarheid van Flevoland zo goed mogelijk te borgen .
6.2.2 Knelpunten buiten Flevoland, die van invloed zijn op de bereikbaarheid van Flevoland, zijn opgelostof er zijn voorbereidingen getroffen voor het oplossen ervan.
Doel (2023-2027)
6.2.2 Knelpunten buiten Flevoland, die van invloed zijn op de bereikbaarheid van Flevoland, zijn opgelost
of er zijn voorbereidingen getroffen voor het oplossen ervan.
Doelrealisatie
Met de gemaakte afspraken in het BO MIRT 2024 zijn goede stappen gezet om het doel is (groten)deels te behalen. Aangezien er vaak sprake is van afhankelijkheid van en draagvlak bij andere gebiedspartners en van de Rijksoverheid is het een zaak van de lange adem .
Resultaten 2024
Bij het Rijk en andere gebiedspartners hebben wij aangedrongen op besluitvorming die voor de bereikbaarheid van provincie Flevoland essentieel is:
- Verbreding van de N50 tussen Kampen-Zuid en Hattemerbroek en het veiliger maken van de trajecten van de N50 die (nog) niet zijn verdubbeld. Het ministerie van IenW is gestart met de herijking van het stikstofonderzoek en er is een verkenning gestart naar de benodigde capaciteit van Rijkswaterstaat voor de verbreding van het eerste traject Kampen – Kampen Zuid in overleg met de regio. Voor de verkeersveiligheidsopgave bij Kampen – Ramspol is een tijdelijke fysieke rijbaanscheiding en halverharding aangelegd en Rijkswaterstaat is vanuit de projectgroep de definitieve fysieke rijbaanscheiding aan het voorbereiden voor besluitvorming.
- Verbreding van de sluis, bruggen en vaargeulen bij Kornwerderzand. Er is door ons maximaal druk uitgeoefend op het Rijk samen met de regiopartners, provincie Friesland en provincie Overijssel. Over de financiering van de gestegen kosten hebben Rijk en regio nog geen afspraak. In het BO-MIRT 2024 hebben Rijk en regio de afspraak gemaakt om op korte termijn het eens worden over een financiële oplossing voor het tekort en te komen tot een oplossing/voorkeursvariant. De regio is uitgenodigd om met een alternatief te komen.
- Binnen het Rijk-regioprogramma ‘Samen Bouwen aan Bereikbaarheid’ is binnen de verschillende programmalijnen samengewerkt aan producten zoals een hubstrategie en het voorbereiden en uitvoeren van MIRT afspraken, waarbij de Ruimtelijk Strategische Verkenning Pampus is opgeleverd en in het BO-MIRT 2024 is vastgesteld. Hierop zijn in hetzelfde BO-MIRT vervolgafspraken gemaakt over een P-verkenning IJmeerverbinding en een integrale businesscase. Er is gewerkt aan het bereikbaarheidsonderzoek Lelystad Zuid(erhage) dat in 2025 zijn afronding moet krijgen. In 2024 is samen met de regionale partners in de MRA een nieuw programmaplan 2024 –2026 opgesteld en is gewerkt aan een governance voor het MRA Platform Smart Mobility.
- Met de partners in de Regio Zwolle hebben we afgesproken om vanaf 2025 aan de slag te gaan met een brede mobiliteitsstrategie Regio Zwolle. Dit in het kader van de groeiopgave van de Regio Zwolle.
6.2.3 Bereikbaarheid in Flevoland is verbeterd door de inzet van smart mobility: de bereikbaarheid, doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Flevoland is verbeterd; stimuleren van de economische ontwikkeling: bedrijvigheid, kennisontwikkeling en werkgelegenheid; samenwerken in de uitvoering met lokale (markt)partijen, in een regionale en landelijke setting.
Doel (2023-2027)
6.2.3 Bereikbaarheid in Flevoland is verbeterd door de inzet van smart mobility:
- de bereikbaarheid, doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Flevoland is verbeterd;
- stimuleren van de economische ontwikkeling: bedrijvigheid, kennisontwikkeling en werkgelegenheid;
- samenwerken in de uitvoering met lokale (markt)partijen, in een regionale en landelijke setting.
Doelrealisatie
Er zijn verkeersregel-optimalisaties uitgevoerd die, met name bij grote evenementen en piekdrukte, hebben geleid tot verbetering van de doorstroming en bereikbaarheid door reistijdverkorting.
Er wordt regionaal samengewerkt met marktpartijen (event-organisatoren), kennisinstellingen, gemeente Dronten, en op landelijk niveau met het Rijk om digitale verkeersmanagement-toepassingen uit te werken en in te zetten in combinatie met gedragsmaatregelen en onderzoek om bij te dragen aan de doorontwikkeling van ons verkeersmanagement .
Resultaten 2024
- In het 'Programma Mobiliteit en Ruimte' is Smart Mobility randvoorwaardelijk gemaakt aan nieuwe investeringen in Flevoland. Met het Fundament Smart Mobility Flevoland, de doorontwikkeling via de Kwaliteitsimpuls en de intensivering door middel van de Krachtenbundeling met het Rijk hebben we gewerkt aan versnelling van de mobiliteitstransitie in Flevoland versnellen langs de fundamentele speerpunten:
- mobiliteit en Infrastructuur Test Centrum: als voorloper van de nog te realiseren Digi City is het paviljoen vanuit het 'Programma Smart Mobility Flevoland' gefinancierd. Daarnaast hebben de eerste verkenningen plaats gehad om tot gezamenlijke programmering te komen van te ontwikkelen Smart Mobility innovaties;
- Smart Area Flevoland: deze potentiële ontwikkeling is volgend op de volledige realisatie van het MITC. Alsdan kan deze worden verbonden met andere reeds in gang gezette innovaties om op deze manier tot een kansrijke propositie uit te groeien om te vermarkten en Flevoland als smart area te promoten. In 2024 hebben derhalve geen specifieke inspanningen plaatsgehad;
- gecoördineerd netwerk breed verkeersmanagement:
- digitale inzet verkeersmanagementmaatregelen: Bij de maaiwerkzaamheden (tijdelijke wegafsluiting) op de Markerwaarddijk is getest met digitale berichtgeving via sociale media, in-car navigatie-apps en reclamepanelen in winkelcentra. De inzet is effectief gebleken: het bereik van deze berichtgeving in aanvulling op de reguliere communicatiemiddelen is hoog en weggebruikers zijn positief over de vroegtijdige aankondiging;
- er is via het project 'VM-IVRA' getest met digitale vooraankondigingen voorafgaand aan Defqon 2024 en Lowlands 2024. Het bereik was goed en we gaan hiermee door;
- de vernieuwde VRI bij de Elburgerbrug is getest met specifieke evenementenscenario's die grote piekdrukte (Defqon, Lowlands) beter kunnen verwerken. Ook is de brugopenings-frequentie van de Elburgerbrug bij piekmomenten teruggebracht. Gecombineerd heeft dit significante (soms tot wel 50% per aanrijrichting) wachttijd en reistijds-vermindering opgeleverd.
- digitalisering overheden: er zijn in 2024 verdere stappen gezet om meer wegbeheerders hun mobiliteitsdata structureel op orde te laten brengen. Een belangrijke bijkomende factor is het uitstel van het door het ministerie van IenW aangekondigde 'Digitaal Stelsel Mobiliteitsdata' (DSM). De aankomende 'Real-Time Traffic Information-verordening' die deze mobiliteitsdata-levering gaat verplichten en onderdeel is van DSM, zou in eerste instantie al in 2025 worden ingevoerd, maar is eind 2024 met twee jaar uitgesteld door het ministerie tot begin 2027;
- vraaggericht OV/Mobility as a Service: de ontwikkeling van zowel OV-flexvervoer als van deelmobiliteit als bouwstenen voor een MaaS ecosysteem is in 2024 in gang gezet. In samenwerking met markt en de 6 gemeenten vervult de provincie de kartrekkersrol in de regionale ontwikkeling en realisatie van deelmobiliteit. Hiervoor hebben we een plan opgesteld uitgaande van een gefaseerde aanpak waarbij eerst met behulp van data de potentie is bepaald in ieder van de 6 gemeenten. Voor het ontwikkelen van deelaanbod wordt gebruik gemaakt van kennis en tools vanuit het landelijk platform 'Natuurlijk! Deelmobiliteit'. Flevoland draagt actief bij in dit platform en stelt haar kennis en ervaring beschikbaar. Naar aanleiding van de aanbesteding OV-flexvervoer is door de provincie, in samenwerking met de gegunde partij een start gemaakt met het onderzoeken van de mogelijkheden om vraaggericht OV (waaronder OV-flexvervoer) te integreren in OV9292;
- elektrificeren mobiliteit: Qua capaciteit liggen we op schema, de vraag blijft echter nog achter. In 2024 zijn meer laadpalen geplaatst dan in 2023. In 2023 bedroeg dit circa 120 à 125 laadpalen (is 250 laadpunten) en in 2024 zal dit naar verwachting uitkomen op circa 180 tot 190 laadpalen. Daarnaast zijn in 2024 nog ongeveer hetzelfde aantal (191) locaties aangemaakt/voorbereid voor het plaatsen van laadpalen. Op basis van de laatste prognoses is de verwachting dat in 2030 circa 72.000 laadpunten in de publieke ruimte van de MRA-e regio nodig zijn, waarvan circa 4.000 tot 4.850 in Flevoland. Flevoland ligt op schema om dit aantal te halen;
- cross sectorale samenwerking: onze samenwerking met het Rijk, de VRA, gemeente Amsterdam en gemeente Almere wordt vervolgd in specifieke 'Dutch Metropolitan Innovations' zoals 'Digital Twin As A Service' en 'Digitale Regie Openbare Ruimte'. De gebiedsontwikkeling van met name nieuwe woonwijken kan hierdoor integraler worden vorm gegeven, waardoor de mobiliteitstransitie door middel van Smart Mobility toepassingen toegankelijk wordt voor alle inwoners en de bereikbaarheid toekomstbestendig kan worden gemaakt;
- Scale Up in Residence: er is een meerjarig (2025-2028) onderzoeksvoorstel ingediend om voor het evenemententerrein Walibi bezoekersgedrag en vervolgens gedragssturing te onderzoeken. Hierbij wordt gekeken naar de effectiviteit van (digitale) sturingsmiddelen voor bezoekers bij (grootschalige) evenementen op het Walibi-evenemententerrein. De provincie (wegbeheerder en trekker digitaal verkeersmanagement) werkt hierin samen met de Hogeschool van Amsterdam (projectleider), Q-Dance (Defqon), Mojo (Lowlands) en de Gemeente Dronten (vergunningsverlenen + wegbeheerder).
Risico('s) en beheersmaatregel(en)
Tot op heden levert het Rijk alleen incidentele bijdragen die slechts pilots mogelijk maken. Voor de ontwikkeling en implementatie van Smart Mobility is structurele rijksfinanciering onontbeerlijk. Structurele financiering vanuit het Rijk zou ook nut en noodzaak in het Huis van Thorbecke onderschrijven, waardoor de inzet van medeoverheden kan worden geborgd. Ten slotte worden ook wij geconfronteerd met een uiterst krappe arbeidsmarkt voor Smart Mobility, waardoor de werving en selectie van een regisseur verkeersmanagement niet is gelukt en ons bemoeilijkt in de verdere ontwikkeling van verkeersmanagement 2.0.
6.2.4 De mobiliteit is verduurzaamd om de CO2-uitstoot door mobiliteit in Noord-Holland en Flevolandsamen te verminderen tot maximaal 4,2 megaton in 2030 en uiterlijk in 2030 te voldoen aan deWHO-advieswaarden voor luchtkwaliteit (fijnstof en stikstof).
Doel (2023-2027)
6.2.4 De mobiliteit is verduurzaamd om de CO2-uitstoot door mobiliteit in Noord-Holland en Flevoland
samen te verminderen tot maximaal 4,2 megaton in 2030 en uiterlijk in 2030 te voldoen aan de
WHO-advieswaarden voor luchtkwaliteit (fijnstof en stikstof).
Doelrealisatie
In 2022 was de CO2-uitstoot door mobiliteit in Noord-Holland en Flevoland samen 4,7 megaton. Ten opzichte van 2017 is dat een vermindering van 0,4 megaton (9%). Sinds de sterke daling van CO2-uitstoot door mobiliteit als gevolg van COVID-19, is er echter sprake van een oplopende lijn. De prognose richting 2030, op basis van de landelijk klimaat en Energie Verkenning (KEV), laat weliswaar een dalende lijn zien, maar onvoldoende om het doel voor 2030 te halen .
Resultaten 2024
- Samen met regionale partners hebben we via het 'Regionaal mobiliteitsprogramma' (RMP) een ontwerp voor een dashboard voor monitoring van verduurzaming van mobiliteit op laten stellen. In 2025 wordt een eerste fase hiervan gebouwd, waarmee inzicht wordt gegeven in de voortgang van realisatie van verduurzamingsmaatregelen. In gesprekken met de Flevolandse gemeenten hebben we geïnventariseerd wat zij concreet doen en van plan zijn ter verduurzaming van mobiliteit. Dit levert input voor het monitoringsdashboard en vormt de basis voor een in 2025 verder uit te werken uitvoeringsagenda duurzame mobiliteit.
- Als deelnemer aan Coalitie Anders Reizen stimuleren we duurzaam vervoer van de provinciale medewerkers. In samenwerking met Breikers is de provincie een behoefteonderzoek gestart onder haar medewerkers. Het onderzoek loopt door in 2025. De uitkomsten van dit onderzoek geven inzichten in de feedback van de medewerkers op het eigen mobiliteitsbeleid. De inzichten dienen als basis voor het bepalen van de vervolgstappen.
- Alle laadpalen op het provinciehuis zijn vervangen door laadpalen met nieuwste techniek. Daarnaast zijn twee nieuwe snelladers geplaatst op de bezoekersparkeerplaats aan de voorzijde van het provinciehuis.
- Ter stimulering van de beschikbaarheid van hernieuwbare brandstoffen en energiedragers zijn via het project 'MRA-Elektrisch' in 2024 circa 185 publieke oplaadpunten voor elektrische voertuigen gerealiseerd en zijn nog eens 191 locaties voorbereid voor plaatsing van laadpalen. Hiermee komt het aantal laadpunten in Flevoland op circa 1850 tot 1900. Zie ook Elektrificeren mobiliteit, onder Smart Mobility.
- Vanuit het landelijke project Learning Community 'Clean Energy Hubs' (CEH’s) is een eerste aanzet gedaan tot een inventarisatie van kansrijke locaties om Clean Energy Hubs te realiseren in Flevoland. In het kader van dit project zijn kansrijke locaties bezocht en zijn oriënterende gesprekken gevoerd met partijen uit de markt (brandstofleveranciers), beheerders van bedrijventerreinen en ontwikkelmaatschappijen (Flevokust, LAB en onder andere Horizon) en overheden die ervaring hebben met het faciliteren van CEH’s (diverse gemeenten en provincies).
- Uitvoering is gegeven aan de aanpak van fietsknelpunten en ontbrekende schakels in het fietsnetwerk, waaronder:
- het opwaarderen van het beheerspad IJsselmeerdijk ten gunste van de fietser, als onderdeel van de dijkversterking IJsselmeerdijk;
- een veilige fietsoversteek van de Grote Trap met de Vogelweg;
- groot onderhoud op de regionaal toeristische fietspaden Knardijk en de Hoge vaart (gedeeltelijk);
- start van de voorbereiding van de aanleg van de ontbrekende fietsschakel op de Nulderdijk, samen met de gemeente Zeewolde;
- samen met de gemeenten Noordoostpolder en Urk is een verkenning gemaakt en een concept intentieovereenkomst opgesteld over de hoogwaardige fietsroute Urk-Emmeloord-Marknesse.
- Naast infrastructurele maatregelen voor fietsers, hebben we gesprekken gevoerd met ondernemers over de inrichting van zogenaamde fietspauzepunten als voorziening op en langs fietsroutes voor fietsers en wandelaars, onderzoek opgestart naar de fietsbewegwijzering en een 18-tal permanente fietstelpunten gerealiseerd op de provinciale fietspaden voor monitoring van het fietsgebruik, in aanvulling op de jaarlijkse incidentele fietstelling met circa 75 fietstelpunten.