Paragrafen

Financiering

Tabel 4.1: Middelen, opbrengst en rendement

Rekening 2023

Begroting 2024
ontwerp

Begroting 2024na wijziging

Rekening 2024

Middelen op 31 december (x € 1 mln.)

95

69

69

168

Middelen gemiddeld (x € 1 mln.)

71

74

74

112

Opbrengst (x € 1.000)

2.252

2.002

3.542

4.006

Rendement (%)

3,17%

2,82%

4,79%

3,58%

Onder het begrip 'Middelen' wordt verstaan de gelden die in rekening courant worden aangehouden bij de Schatkist (het schatkistbankieren) en de leningen die zijn verstrekt aan gemeenten (het onderling lenen aan openbare lichamen).

Omvang middelen 2024 (per jaareinde en gemiddeld)
In 2024 zagen we een toename van de middelen van € 95 mln. eind 2023 naar € 168 mln. eind 2024. Een belangrijke reden hiervoor is de forse toename van ontvangen gelden uit zo genaamde SPUK-regelingen richting jaareinde (dus wel ontvangen voorschotten van verschillende ministeries maar die hebben dit jaar niet direct geleid tot het doen van uitgaven).
Het gemiddelde steeg van € 71 mln. in 2023 naar € 112 mln. in 2024. Het saldo bij de schatkist heeft dit jaar nogal gefluctueerd. Er waren bijvoorbeeld uitschieters naar boven van € 171 mln. en naar beneden van € 65
 mln.

Omvang opbrengst 2024
Er is in de Programmabegroting 2024 uitgegaan van de opbrengst over de op dat moment reeds verstrekte leningen aan gemeenten en renteopbrengst rekening courant bij de schatkist.
Het grootste deel van de renteopbrengst komt weg bij de schatkist. De schatkist heeft ons een creditrente vergoed van ca. 4% (begin 2024) welke gaandeweg het jaar is gedaald tot een percentage van bijna 3% aan het einde van het jaar.

Rendement 2024
Het rendement (3,58%) is hoger dan het geraamde percentage in de Programmabegroting 2024.
(maar lager dan opbrengst Begroting 2024 na wijziging aangezien bij deze wijziging niet is voorzien de forse toename van de omvang van de middelen in de 2e helft van het jaar)

Trend 2020-2024
Er is in dit tijdvak sprake van een forse afname van de omvang van de middelen, met name in het laatste jaar is dit echter stevig afgezwakt. Dit vertaalt zich in een inmiddels nagenoeg horizontale trendlijn over deze periode.

Grafiek 4.1: Gemiddelde omvang middelen met trendlijn

Grafiek 4.2: Behaald rendement

Activiteiten vermogensbeheerder
Het afgelopen jaar waren er weinig contactmomenten met de vermogensbeheerder en zijn er geen nieuwe uitzettingen geweest.

ASR Vermogensbeheer heeft, op verzoek van de provincie, de volgende tarieven afgegeven:

Tarieven

31-12-2023

31-12-2024

21-01-2025

Rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 2 jaar

2,80%

2,19%

2,36%

5 jaar/fixe

2,50%

2,45%

2,59%

10 jaar/fixe

2,73%

2,76%

2,88%

10 jaar/lineair

2,61%

2,52%

2,68%

Per saldo zijn rentes op de meeste Europese staatsobligaties in 2024 niet heel sterk veranderd, ondanks soms flinke tussentijdse fluctuaties. Dit in tegenstelling tot het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, waar de rentes op 10-jaars staatsobligaties in 2024 met zo’n 75-100 basispunten opliepen, waarvan het grootste deel in het vierde kwartaal. Dit als gevolg van toenemende inflatieangst door de (her-) verkiezing van Donald Trump als president in de VS en twijfels over de houdbaarheid van de begrotingsplannen van de nieuw aangetreden Labour-regering in het Verenigd Koninkrijk. Eind 2024 lag de Nederlandse 10-jaars rente op 2,60% (eind 2023: 2,39%). De Duitse rente lag hier zo’n 25 basispunten (0,25%) onder.

In 2024 bleef de rentecurve invers, met een hoge korte rente (tot 3 jaar) en een lagere lange rente (10 jaar). De daling van de korte rente werd veroorzaakt door renteverlagingen door de centrale banken Fed en ECB. Omdat de Amerikaanse economie flink groeit, neemt het tempo van renteverlagingen door de Fed af. In Europa is de economische groei beperkt. De ECB lijkt daarom door te gaan met renteverlagingen om de economie te stimuleren. De markt prijsde eind 2024 voor 2025 4 renteverlagingen (van elk 25 basispunten) door de ECB in, voor de VS maar 1.
In 2024 daalde de kerninflatie in zowel de eurozone als de VS. Dit gaat echter zeer traag. Dat komt vooral omdat de loongroei toeneemt bij een krappe arbeidsmarkt. Wederom is er hier een verschil tussen de eurozone en de VS. In de VS is kerninflatie hoger (4%) dan in de eurozone (2%) en daalt deze minder hard omdat de Amerikaanse economie beduidend harder groeit dan de Europese.

Hieronder is een overzicht opgenomen van de per balansdatum (31 december 2024) verstrekte leningen in het kader van het onderling lenen. Het behaalde rendement over de uitgezette leningen bedroeg in 2024 totaal 0,51% over een gemiddeld uitstaand bedrag van € 4,0 mln.

Tabel 4.2: Onderling verstrekte leningen aan gemeenten

Gemeente

Oorspronkelijke hoofdsom
(x € 1 mln.)

Oorspronkelijke looptijd (maanden)

Rentepercentage
(%)

Restant lening per 31-12-2024
(x € 1 mln.)

Einddatum

Heemskerk

7,0

120

0,495

0,7

10-03-2025

Veenendaal

11,0

120

0,590

1,1

27-05-2025

Meierijstad

5,0

120

0,695

1,0

05-01-2026

Totaal

2,8

Deze pagina is gebouwd op 05/21/2025 11:17:52 met de export van 05/21/2025 11:14:49