1.2 Analyse resultaat
In het jaarverslag is bij de programmaonderdelen een verschillenanalyse opgenomen met daarin een toelichting op de afwijkingen (> € 0,1 mln.) ten opzichte van de begroting na wijziging. Alle afwijkingen tezamen vormen het resultaat na bestemming van de jaarrekening 2024 en bedraagt totaal afgerond € 10,6 mln. In onderstaande tabel zijn de verschillen per programmaonderdeel opgenomen.
Tabel 1.2: Verschillen per programmaonderdeel
Programmaonderdeel | Verschil | Waarvan | effect op |
---|---|---|---|
Reserves | Rekening- | ||
1.1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en landschap | 1.371 | 495 | 876 |
2.1 Landbouw & Visserij | 772 | 7 | 765 |
2.2 Natuur | 5.380 | 4.439 | 941 |
2.3 Water | 1.045 | 661 | 384 |
3.1 Economische ontwikkeling | 2.726 | 2.230 | 496 |
3.2 Gebiedsopgaven | 2.967 | 3.248 | -281 |
4.1 Recreatie, toerisme en sport | 618 | 39 | 579 |
4.2 Cultuur en erfgoed | 1.415 | 1.310 | 107 |
4.3 Vitale samenleving | 568 | 558 | 10 |
5.1 Regionale energiestrategie | 1.634 | 1.471 | 164 |
5.2 Milieu | 987 | 668 | 320 |
5.3 Klimaatakkoord | 13 | 13 | 0 |
6.1 Openbaar vervoer | 1.527 | 1.527 | 0 |
6.2 Ontwikkeling en innovatie mobiliteit | 1.131 | 1.131 | 0 |
6.3 Infrastructuur | 2.360 | 2.135 | 225 |
7.1 Bestuur | -3 | -149 | 146 |
7.2 Provinciale Staten | 437 | 169 | 268 |
8.1 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien | 4.937 | 0 | 4.937 |
8.2 Bedrijfsvoering | 3.774 | 1.644 | 2.128 |
8.3 Overhead en vennootschapsbelasting | -1.470 | 0 | -1.470 |
9.1 Reserves | 0 | 0 | 0 |
Eindsaldo | 32.188 | 21.596 | 10.592 |
Toelichting op verschillen
De belangrijkste oorzaken (effect op rekeningsaldo > € 0,25 mln.) worden hieronder kort toegelicht. Voor een toelichting op de overige verschillen wordt verwezen naar de desbetreffende programmaonderdelen.
1.1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en landschap: voordelig saldo € 0,9 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
- Actualisatie omgevingsvisie en het omgevingsprogramma (€ 0,1 mln.) : Start van de nieuwe omgevingsvisie in 2024 en uitstel van de 'Nota Ruimte' naar 2025. Vanwege de gewenste afstemming tussen de 'Nota Ruimte' en de provinciale Omgevingsvisie is ervoor gekozen om ook voor de Omgevingsvisie meer tijd te nemen. Van het begrote bedrag (€ 0,51 mln.) is ongeveer de helft besteed;
- Landmeetkundig werk, GIS-ontwikkeling en innovatie, ontwikkeling data-analyse en monitoring (€ 0,3 mln.) :
Onderbesteding door:
- Verschuiving van kosten voor landmeetkundig werk en GIS-ontwikkeling binnen organisatie, waardoor deze niet volledig zichtbaar zijn binnen de oorspronkelijke begrotingsposten;
- Begrote bedrag voor inwonerspeiling is gebaseerd op 1-jarig traject, terwijl budget eigenlijk bedoeld was voor drie jaar (verschil van € 0,11 mln.). Enkele geplande activiteiten zijn doorgeschoven naar 2025 of niet uitgevoerd, waardoor een deel van het budget niet is benut.
- Omgevingswet (€ 0,1 mln.) : De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Veel uitvoering heeft plaatsgevonden met interne capaciteit. Niet alle geplande activiteiten hebben geleid tot uitgaven.
2.1 Landbouw & Visserij: voordelig saldo € 0,8 mln.
Volgens het coalitieakkoord is definitieve afronding van LMS voorzien in 2025. In het afgelopen jaar is veel gewerkt aan het opstellen van een ‘Visie op landbouw’ en het vormen van coalities voor het realiseren van de ambities in het landelijk gebied. Door afronding van LMS en veel onduidelijkheid over het 'Transitiefonds' en het 'Nationaal Programma Landelijk Gebied' in 2024 heeft zich een beperkt aantal nieuwe projecten gemeld, waardoor sprake is van onderbesteding .
2.2 Natuur en landelijk gebied: voordelig saldo € 0,9 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
- Oostvaardersplassen / juridische kosten (€ 0,1 mln.): Beperkte juridische kosten in 2024. Ook hebben geen onderzoeken plaatsgevonden, waardoor het budget niet volledig is besteed.
- Flevoland Natuurinclusief / Invasieve exoten (€ 0,3 mln.) : Extra middelen uit het coalitieakkoord (€ 0,25 mln.) voor het beleidsterrein invasieve exoten, die in 2024 niet vielen onder dit financiële kader. Deze middelen zullen in het nieuwe uitvoeringsprogramma vanaf 2026 worden meegenomen, waarmee onder andere de subsidieregeling uitgebreid kan worden.
- Flevoland Natuurinclusief / Programma Natuur (€ € 0,3 mln.) : In 2024 is een subsidieregeling vermaatschappelijking natuur opgesteld. Door korte aanvraagtermijn was voor organisaties weinig tijd om gebruik te maken van de subsidieregeling en zijn middelen nog beschikbaar.
- Transitie Landelijk Gebied (-/- € 0,2 mln.): In 2024 ontvangen specifieke uitkeringen voor provinciale versnellingsgelden transitie landelijk gebied zijn begroot. Echter door een lastige technische uitvoerbaarheid (en gehanteerde bottom-up benadering) zijn deze middelen nog niet besteed. Hierdoor is zowel bij de lasten als de baten een onderbesteding ontstaan. De uitkeringen zijn niet gebonden aan besteding binnen één boekjaar en blijven beschikbaar. Daarnaast is budget overgeheveld in 2024 voor dekking van uitvoeringskosten transitie landelijk gebied ter hoogte van € 0,8 mln.
- GLB (€ 0,5 mln.): GS GLB programmering vastgesteld en daarbij de verplichte provinciale co-financiering beschikbaar gesteld. Er zijn in 2024 nog nagenoeg geen GLB-projecten afgewikkeld, waardoor dit budget alleen voor uitvoeringskosten is ingezet en nog niet voor cofinanciering.
- IBP Vitaal Platteland (-/- € 0,2 mln.): Voor het 'Interbestuurlijk Programma (IBP) Vitaal Platteland' is een specifieke uitkering van het Rijk ontvangen, waarmee subsidies zijn verstrekt. De realisatie van deze baten en lasten is afhankelijk van de voortgang gerapporteerd door de subsidieontvangers, wat in 2024 minder geweest dan provinciaal is begroot.
2.3 Water: voordelig saldo € 0,4 mln.
In 2024 zijn acties uit het Flevolandse 'Waterprogramma' uitgevoerd. Door personeelstekort en het stopzetten van het Transitiefonds zijn niet alle voorziene resultaten behaald en is sprake van onderbesteding (€ 0,1 mln.). Daarnaast is sprake van een voordeel van € 0,1 mln. door de financiële bijdrage van gemeenten en het waterschap aan de subsidieregeling voor klimaatadaptieve en biodiverse maatregelen, welke niet in de begroting was opgenomen.
3.1 Economische ontwikkeling: voordelig saldo € 0,5 mln.
Als uitwerking van de Omgevingsvisie zijn de doelen en activiteiten van de opgave 'Circulaire economie' vastgesteld tot en met 2024, welke incidenteel zijn gedekt ten laste van het begrotingssaldo. In 2024 is sprake van een lagere besteding van € 0,5 mln., voornamelijk ontstaan door uit voorgaande jaren doorgeschoven, maar niet bestede middelen. Nu het beleidskader is afgelopen, de geplande activiteiten niet allemaal zijn uitgevoerd en het thema 'Circulaire economie' is opgenomen als onderdeel van de lijn 'Toekomstbestendig bedrijfsleven' van het ‘Economisch programma’, vallen de niet bestede middelen vrij ten gunste van het rekeningsaldo. Verder is er een aantal EU-projecten afgewikkeld waarin de provincie ook partner was en waarvoor een EU-bijdrage is ontvangen.
3.2 Gebiedsopgaven: nadelig saldo € 0,3 mln.
Eind 2024 is Flevokust Haven weer getaxeerd. De marktwaarde is iets gedaald ten opzichte van 2023, waardoor meer is afschreven in 2024 dan begroot (€ 0,3 mln.) . Daarnaast waren de baten voor verhuur terreinen Flevokust Haven voorzichtig begroot door het niet volledig aanwezig zijn van doorlopende huurcontracten. Door het afsluiten van een nieuwe huurovereenkomst voor een deel van het terrein in 2024 zijn de baten hoger uitgekomen (€ 0,3 mln.). Daarnaast zijn in 2024 geen grote ontwikkelingen geweest waarvoor het budget overige procesgelden gebiedsontwikkeling moest worden ingezet.
4.1 Recreatie, toerisme en sport: voordelig saldo: € 0,6 mln.
De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- Stimuleren waterrecreatie (voordelig saldo € 0,1 mln.): Het budget voor stimuleren waterrecreatie is niet volledig ingezet, doordat er vanuit de regio zuidelijk IJsselmeergebied geen gezamenlijke projecten waren waar financiële middelen voor benodigd waren.
- Gebiedsbranding (voordelig saldo € 0,1 mln.): De uitvoeringsagenda van het Brandteam Flevoland is als het gevolg van diverse organisatorische belemmeringen pas halverwege het jaar operationeel geworden en is het budget niet tot volledige benutting gekomen.
- Afwikkelingsverschillen (voordelig saldo € 0,1 mln.): In 2024 is een drietal subsidies over eerdere jaren (voor uitvoering van jaarplan branding 2023 en twee projecten vanuit nadere regels Vergroten belevingswaarde) lager vastgesteld vanwege het niet volledig uitvoeren van de prestaties.
5.2 Milieu: voordelig saldo € 0,3 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
- Omgevingsdiensten (€ 0,1 mln.): De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (NZKG) besteedde minder uren dan begroot. Het verschil tussen de betaalde voorschotten en de voorlopige afrekening is als vordering opgenomen .
- Brede bodemtaken (€ 0,1 mln.): Het Rijk heeft een specifieke uitkering verstrekt ter ondersteuning bij het afronden van bodemsaneringstaken en het signaleren en aanpakken van nieuwe bodemkwaliteitsopgaven. Daarnaast fungeert de provincie als penvoerder voor het programma 'Regionaal Schakelpunt Flevoland' namens de zes gemeenten, die hier financieel aan bijdragen. Deze middelen waren in 2024 niet geraamd .
- Specifieke Uitkering Meetstation (€ 0,1 mln.): In 2024 is het luchtmeetstation, ‘Ankerstation Almere’ gerealiseerd en maakt deel uit van het landelijke meetnet luchtkwaliteit van het RIVM. Het Rijk heeft hiervoor een specifieke uitkering verstrekt. Deze middelen waren in 2024 niet geraamd.
7.2 Provinciale Staten: voordelig saldo € 0,3 mln.
De onder 'Overige kleine verschillen' hierboven gepresenteerde begrotingsonderschrijding van € 0,27 mln. bestaat uit een verzameling van verschillende kleine begrotingsafwijkingen, waarvan de grootste slechts € 0,05 mln. is. Een specificatie van de totale afwijking van de begroting is terug te vinden in de Productenrealisatie 2024. Dit budgettair voordeel komt ten gunste van het rekeningsaldo.
8.2 Bedrijfsvoering: voordelig saldo € 2,1 mln.
Het voordelig rekeningsaldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
- Voorziening HR (-/- € 0,3 mln.): Jaarlijks worden, bij de opmaak van de jaarrekening, bedragen toegevoegd in danwel aangewend aan de voorziening spaarverlof en voorziening vitaliteitsverlof.
- Capaciteitsbeheer (€ 0,1 mln.) : Door de gespannen arbeidsmarkt is niet gelukt om de totale geraamde formatie voor 2024 in te vullen. Daardoor zijn de salarislasten lager ten opzichte van de begroting. De lasten voor tijdelijke inhuur zijn grotendeels gedekt uit de onderbezetting en overige bestaande financiële middelen (zoals de egalisatiereserve 'Personeel'). Per saldo is het financiële effect positief. Ook een stijging van het aantal specifieke uitkeringen, die ook (deels) zijn bedoeld voor de dekking van de capaciteitskosten, versterkt dat effect.
- Vrijval stelposten en vertrekregeling (-/- € 0,3 mln.) : Binnen de bedrijfsvoering zijn in 2024 een aantal stelposten ter dekking van diverse lasten opgenomen. Deze zijn grotendeels benut. De stelpost 'Frictiekosten' (€ 0,3 mln.) is feitelijk wel besteed via budget 'Vertrekregeling'.
- Adviezen en Media (€ 0,4 mln.): Door voldoende budgettaire dekking binnen het reguliere communicatiebudget is er sprake van een lagere besteding (€ 0,15 mln.) op de beschikbaar gestelde middelen voor het gebruik van multimedia in beeldvormende (PS)vergaderingen. Door efficiënte inzet van bestaande middelen en mensen, heeft dit niet geleid tot volledige besteding van hetgeen geraamd. Daarnaast waren er in boekjaar 2024 relatief weinig financiële adviezen en fiscale vraagstukken, welke niet met de interne kennis en eigen medewerkers konden worden opgelost. Dit heeft op dit onderdeel geleid tot een onderbesteding van € 0,14 mln. en is het budget voor doorontwikkeling en intranet niet volledig benut.
- Facilitaire lasten (€ 0,3 mln. ): Onder ander de lasten van uitbestede diensten (€ 0,142 mln.) zijn lager dan begroot. Daarnaast sprake van lagere onderhoudslasten Batavialand (€ 0,05 mln.) in afwachting van het liggende Statenbesluit (2025) voor de doorontwikkeling en een onderbesteding bij gas, water en elektriciteit (€ 0,08 mln.) door een lager tarief dan geraamd. Het totaal van deze posten bedraagt ongeveer € 0,3 mln.
- Doorbelasting overhead (€ 1,5 mln.): Dit betreft de doorbelasting van de lasten samenhangend met de overhead naar programmaonderdeel 8.3.
Voor een nadere toelichting op de bedrijfsvoeringsactiviteiten wordt verwezen naar onderdeel II Programmaverantwoording, paragraaf 5.3 Bedrijfsvoering.
8.3 Overhead: nadelig saldo € 1,5 mln.
In deze jaarstukken zijn de lasten van overhead afzonderlijk weergegeven, om te voldoen aan de voorschriften. Deze weergave leidt niet tot financiële effecten, omdat het om een verschuiving gaat van een deel van de kosten voor 'bedrijfsvoering' (programmaonderdeel 8.2) naar het onderdeel 'overhead' (programmaonderdeel 8.3) .