Overzicht verbonden partijen

15

Aanvullende informatie

Provincies zijn verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van stortplaatsen binnen hun grenzen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn gestort. Zodra een stortplaats vol is, zorgt de exploitant voor de afdichting. Na de technische eindinspectie neemt de provincie de nazorg en de financiering hiervan over. Elke provincie heeft hiervoor een Nazorgfonds opgericht, dat volgens artikel 15.47 van de Wet Milieubeheer een rechtspersoon is met een Dagelijks Bestuur en een Algemeen Bestuur, en een eigen begroting en jaarstukken. GS beheren het fonds en vormen het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit twee gedeputeerden met de portefeuilles Financiën, Milieu en Afvalzorg. Het Nazorgfonds heeft twee doelen: het beheren van de middelen voor de eeuwigdurende nazorg en ervoor zorgen dat deze middelen alleen hiervoor worden gebruikt. De rentetoevoeging aan de voorzieningen is jaarlijks gelijk aan het doelrendement (4,4%), ongeacht het werkelijke rendement. De afgelopen jaren was het werkelijke rendement hoger dan het doelrendement, waardoor het eigen vermogen (de buffer voor schommelingen in het rendement) is toegenomen.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            Financiële risico’s: Nadat een sluitingsverklaring wordt afgegeven voor een stortplaats gaat de nazorgfase van start. Als na het afgeven van een sluitingsverklaring blijkt dat in het Nazorgfonds onvoldoende vermogen aanwezig is om de eeuwigdurende nazorg te kunnen bekostigen, komen aanvullende kosten voor rekening van de provincie en is het verhalen op de exploitanten niet meer mogelijk. Ook ontstaat er een 182 financieel risico wanneer het werkelijke beleggingsrendement van het Nazorgfonds lager is dan het doelrendement (rekenrente voor doelvermogen en heffing) of wanneer het op te brengen doelvermogen te laag blijkt te zijn. Voor de provincie speelt dit risico alleen voor de gesloten stortplaats Het Friese Pad. Beheersmaatregelen: Bij het bepalen van de hoogte van de jaarlijkse nazorgheffingen betrekken we het beleggingsrendement van het Nazorgfonds. Bij het afgeven van een sluitingsverklaring stellen we een financiële eindafrekening op om een tekort of overschot ten opzichte van het doelvermogen bij aanvang van de nazorg te kunnen vereffenen op het moment van overdracht van de stortplaats. We berekenen de benodigde doelvermogens volgens het IPO rekenmodel op basis van goedgekeurde nazorgplannen. De nazorgplannen en rekenmodellen voor de nog niet gesloten stortplaatsen zullen worden geactualiseerd aan de hand van de IPO checklist en het rekenmodel RINAS 4.